Op het gebied van volkshuisvesting zijn er veel complexe uitdagingen. Om betaalbaar wonen te realiseren krijgen ook woningcorporaties steeds meer op hun bord: van prestatieafspraken tot verduurzaming van woningen. Deze zaken zorgen logischerwijs voor extra druk op woningcorporaties. Druk brengt risico’s met zich mee, ook op het gebied van integriteit. Daarom ondersteunt BING woningcorporaties bij het voeren en implementeren van integriteitsbeleid, van vertrouwens-persoonswerk tot trainingen en advies. Dat doen we niet zonder reden. Het kan namelijk goed mis gaan, zo ook in de volgende casus waarbij Murphy’s Law realiteit wordt.
Stel je deze situatie voor: Woningcorporatie Leefbaar Wonen wil haar woningvoorraad uitbreiden in een populaire wijk in de stad, omdat daar de druk op de huurmarkt groot is. Leefbaar Wonen is voornemens een appartementencomplex te realiseren op een stuk grond dat Leefbaar Wonen heeft aangekocht en waarvoor al goedkeuring is gegeven voor het bouwproject. De bestuurder van de woningcorporatie stelt een vastgoedmedewerker verantwoordelijk voor de ontwikkeling en de uiteindelijke verhuur van het complex. De aannemer die het appartementencomplex zou ontwikkelen trekt zich echter op het laatste moment terug. De bestuurder, die er boven op zit, grijpt in en stelt voor deze klus een andere aannemer voor. Binnen de woningcorporatie is het algemeen bekend dat deze aannemer warme banden heeft met de bestuurder.
Standaardprocedure bij het sluiten van een overeenkomst met externen is het uitvoeren van een due diligence-onderzoek naar de wederpartij. Een dergelijk onderzoek is er voor bedoeld om de (financiële) betrouwbaarheid en reputatie van een wederpartij te controleren om er zeker van te zijn dat er met een betrouwbare partij in zee wordt gegaan. De bestuurder dringt er echter op aan bij de vastgoedmedewerker dat een due diligence-onderzoek in dit geval absoluut niet nodig is – de bestuurder zegt de aannemer te kennen via zijn netwerk en dat het wel goed zit. De verantwoordelijke vastgoedmedewerkers heeft daar echter zijn bedenkingen bij en bespreekt zijn twijfels met een collega en zijn leidinggevende. Volgens de bestuurder gaat de vastgoedmedewerker zijn boekje te buiten wanneer hij hoort dat de vastgoedmedewerker twijfels heeft over zijn beslissing om de due-diligence over te slaan. De bestuurder drukt de vastgoedmedewerker stevig op het hart dat hij ervaren is in de vastgoedmarkt en dat hij maar gewoon te luisteren heeft. De vastgoedmedewerker voelt zich in de hoek gedreven, maar binnen Leefbaar Wonen vindt hij geen gehoor. De medewerker weet zich geen raad waar hij terecht kan met zijn twijfels over de werkwijze van de bestuurder en de manier waarop hij zich onder druk gezet voelt.
Uit angst voor repercussies gaat de vastgoedmedewerker schoorvoetend akkoord met de bestuurder om het due-diligence onderzoek over te slaan, waardoor de bevriende ondernemer direct groen licht krijgt. Tijdens de bouw van het complex komt aan het licht dat de aannemer door de rechter is veroordeeld vanwege valsheid in geschrifte en oplichting tijdens de ontwikkeling van een ander bouwproject een aantal jaar geleden. Uit een onderzoek van het OM bleek dat de aannemer valse facturen en offertes opstelde die voor de desbetreffende opdrachtgever hoger uitvielen dan dat de aannemer daadwerkelijk in rekening gebracht kreeg van diverse onderaannemers. De rechter legt een grote boete op en stelt de aannemer verantwoordelijk voor alle geleden schade. Deze rechterlijke uitspraak brengt de aannemer in financieel slecht vaarwater en leidt ertoe dat de aannemer al zijn huidige bouwwerkzaamheden moet stoppen, inclusief de bouw van het appartementencomplex voor woningcorporatie Leefbaar Wonen. Overduidelijk is dat, hoewel Leefbaar Wonen niet betrokken is bij dit juridische geschil, deze uitspraak direct en indirect enorme consequenties heeft voor de eigen woningcorporatie en haar stabiliteit. Net voor de rechterlijke uitspraak blijkt, als kers op de taart, dat de bestuurder van Leefbaar Wonen, verantwoordelijk voor het overslaan van een due-diligence, is vertrokken. Mogelijk omdat hij de bui al zag hangen.
Wat kunnen we hiervan leren? Vanuit de integriteitsbril gekeken kun je stellen dat Murphy’s Law hier inderdaad werkelijkheid is geworden. Er worden, onder druk van een bestuurder, cruciale stappen over geslagen. Daarnaast lijkt het open bespreken van twijfels en bedenkingen niet te behoren tot de werksfeer binnen de woningcorporatie én ontbreekt er een duidelijke infrastructuur voor het bespreken of melden van mogelijke misstanden: van een meldingsregeling, klachtenregeling of vertrouwenspersoon lijkt geen sprake. Een regeling of een vertrouwenspersoon hadden in een dergelijke situatie een uitweg kunnen bieden, maar de bedenkingen van de vastgoedmedewerker worden niet serieus opgepakt. Het bespreken van zijn twijfels met collega’s vat de bestuurder zelfs persoonlijk op en de bestuurder zet de vastgoedmedewerker alleen maar meer onder druk. En tot overmaat van ramp lijkt er ook sprake te zijn van vriendjespolitiek tussen de bestuurder en de aannemer, wat blijkt uit het feit dat de bestuurder zijn biezen pakt op het moment dat het heet wordt onder zijn voeten: Het beoogde een-tweetje tussen de bestuurder en de aannemer pakt fout uit en heeft grote consequenties voor de woningcorporatie Leefbaar Wonen.
Natuurlijk, waar mensen samenwerken kunnen dingen misgaan. Het volledig uitsluiten van alle integriteitsrisico’s is niet altijd mogelijk. Integriteitsbeleid is er echter wel voor om deze risico’s te beperken en te voorzien in handvatten als de integriteit onder druk staat. Voor woningcorporaties ligt de uitdaging vooral ook in de vraag hoe zij met dergelijke situaties omgaan. De bovengenoemde casus is fictief, maar wel gebaseerd op de realiteit waar corporaties mee te maken hebben. Vanwege de maatschappelijke taak die woningcorporaties vervullen is het van belang zo integer en transparant mogelijk te handelen. BING ondersteunt, adviseert en traint woningcorporaties op het gehele integriteitsdomein: van het leveren van vertrouwenspersonen tot het trainen van leidinggevenden én van het adviseren op integriteitsbeleid tot het verzorgen van integriteitworkshops.